“Komp gone ver same nao ’t stelke tou, dao vind ger Sint Sjoezep, dao vind ger Slevrouw.
Dao vind ger e kribke van awwer keduuk, dat noe Slivvenierke veur bedsje gebruuk.
Want ’t is Slivvenierke, e good eruke aid, dee dao lik te kriete – Och, ’t is auch soe kaid!
Z’n windelkes sien mer van liene, hiel dun, ze meerke is errem en gaans soonder vrun.”
Dit zijn de eerste vier regels van een kerstliedje uit het boek Mestreechse Sinterklaos en Keersleedsjes (2e dr. 1968, p. 39-40) van broeder Ananias Devries, dat werd samengesteld ten behoeve van de leerlingen van de kweekschool ‘Sint Vincentius’. Het boek is destijds gedrukt door de Electrische Drukkerij C.W. Kohl uit Maastricht in twee kleuren: rood en zwart.
Het kerstliedje wordt in dit boek begeleidt door een notenbalk, die geheel in kerstsfeer is. Zo geeft de Kerstboom de sol- of g-sleutel aan, terwijl de twee kaarsjes op de Kerstboom twee kruizen aangeven op de do (C) en de fa (F). Daarnaast zijn de kopjes van de figuren op de notenbalk de noten van het lied.
Volgens broeder Ananias is het lied gecomponeerd door broeder Edgard Heynen (1882-1952). Uit de titel valt op te maken dat het lied is gebruikt in de ‘Gezondheidskolonie “Maastricht en Omstreken”’ met kerstmis 1913.
Gezondheidskoloniën werden tussen 1883 en 1970 gesticht om kinderen die door de gevolgen van armoede, ondervoeding, tuberculose of andere gezondheidsproblemen (de zogenoemde ‘bleekneusjes’) lichamelijk aan te laten sterken en ook psychisch meer op krachten te laten komen. Deze koloniën hadden ook een sterk religieuze inslag en werden zodoende ingezet voor algemene opvoeding een het bijbrengen van discipline. Dit laatste schoot er in die tijd nog wel eens bij in door de veel grotere omvang van de gezinnen destijds in vergelijking met nu.
De gezondheidskolonie in Maastricht
De Gezondheidskolonie “Maastricht en Omstreken” werd op 22 juni 1910 opgericht en had een rooms-katholieke inborst. Het oprichtingscomité bestond uit de Maastrichtse geneesheren, de hoofden van de bijzondere armenscholen, het hoofd van de openbare school voor on- en minvermogenden, een rooms-katholieke geestelijke en enkele rooms-katholieke particulieren. Dit comité gaf bij oprichting aan dat het de bedoeling was de gezondheidskolonie op termijn ook open te stellen voor (kinderen van) andersdenkenden.
Deze gezondheidskolonie was in ieder geval een tijd gehuisd in het pand van de Leo-Stichting aan de Bredestraat. Het is niet zeker, maar waarschijnlijk gaat het hier over de Poort van Reckhem, Bredestraat 17. Tegenwoordig huist in dit pand Suitsupply.
De Poort van Reckhem in 1912
Succesvol?
Opvallend is de manier waarop gezondheidskoloniën hun functioneren maten, namelijk in toegenomen lichaamsgewicht. Deze successen werden vrijuit gedeeld in de krant. “Gisteren kwam de laatste kolonie kinderen, die door de Vereeniging voor Kinder-Gezondheidskoloniën werd uitgezonden, uit Voorthuizen o/d Veluwe terug. De grootste gewichtstoename bij een kind bedroeg 6½ kg (13 pond)”, aldus de Delftsche Courant.
Dat ook in Maastricht deze methode werd toegepast blijkt uit de Limburger Koerier van 5 augustus 1931, waarin een verslag staat van een zending van de meisjes van de Gezondheidskolonie “Maastricht en Omstreken” naar Egmond aan Zee: “Gemiddeld zijn ze in die maand 3.4 kg toegenomen. Voorwaar een mooi resultaat. Er waren 3 meisjes bij, die meer dan 5 kg en 9 meisjes, die meer dan 4 kg zijn toegenomen in gewicht.” Een omvattender verslag van de uitzending van deze meisjes is te lezen in onderstaand krantenbericht. Overigens bedroeg de gemiddelde gewichtstoename van alle 218 kinderen die de Gezondheidskolonie “Maastricht en Omstreken” in 1930 onder haar hoede had 2kg. Uit onderstaand artikel blijkt overigens dat de gezondheidskolonie zelf stelde moiete te hebben met het publiceren van gewichtstoenames, maar dit lijkt dit vooral schone schijn...
Een artikel in de Limburger Koerier van 10-07-1930
Wij onderzoeken overigens nog of er paralellen te trekken zijn met de manier waarop het succes van de gezondheidskoloniën gemeten werd en de manier waarop tegenwoordig het succes van het kerstfeest gemeten wordt – aangezien beide in kilogrammen uit te drukken zijn...
Tekst & onderzoek: Régis de la Haye en Job Nijssen
Bronnen:
- Br. J. H. Devries, Mestreechse Sinterklaos en Keersleedsjes (Maastricht 1968)
- De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, 23 juni 1910
- Delftsche Courant, 27 september 1910
- Limburger Koerier, 10 juli 1930
- Limburgsch Dagblad, 08 augustus 1930
- Limburger Koerier, 5 augustus 1931
- Afbeelding Poort van Reckhem in 1912: RHCL Beeldbank, Collectie Tekeningen, prenten en fotocollectie RAL, ID: RAL P-0068-007-R