Van de vele pastoors die in Limmel hebben gewerkt, is pastoor Mulkens misschien wel de bekendste. Niet alleen door zijn jarenlange verbondenheid met Limmel maar ook door de manier waarop hij met mensen omging. Zijn vriendelijkheid en zijn niet aflatende inzet voor de parochie zal bij velen nog lang in herinnering blijven.
De vorige sprokkel ging over zijn jeugd in Gronsveld en zijn periode als kapelaan in Sittard en in het Wittevrouwenveld en eindigde bij zijn aanstelling als kapelaan van de Sint-Servaaskerk.
Limmel
Op 25 april 1963 werd Jean benoemd tot pastoor in Limmel. Hij zou hier veertig jaar blijven. Al een jaar na zijn aanstelling ontvouwde de pastoor plannen voor de bouw van een doopkapel tussen de kleine en de grote ingang onder de toren. De architect die verantwoordelijk was voor de uitbreiding van de kerk in 1913, had ook al een doopkapel op diezelfde plaats bedacht. Die uitbreiding is toen echter niet uitgevoerd, ofschoon de familie De Bettonville, waarvan de grafsteen zich naast de toren bevindt, geen bezwaar had om die grafsteen binnen of buiten de doopkapel te plaatsen. Maar ook deze tweede poging om Limmel een doopkapel te geven ging niet door. Ook een latere poging om de doopvont voorin de kerk te plaatsen vond geen doorgang en dus staat hij nog steeds altijd achterin de kerk. De doopvont van Limmel is kunsthistorisch van groot belang en geldt als een van de oudste van Limburg.
Bent u nieuwsgierig? Dan kunt u de volledige archiefsprokkel 'Pastoor Jean Mulkens van Limmel, deel 2' tekst met afbeeldingen downloaden.
auteur
Jo Boetsen