In de ‘muzikale’ wijk Caberg ligt de Carl Smulderssingel in het verlengde van de Cabergerweg. Carl Smulders (1863 – 1934) was een belangrijk Maastrichtse musicus. Behalve componist was hij muziekleraar, pianist, organist en romanschrijver. Naast de cellisten Alexander Batta en Joseph Hollman (naar wie ook straten zijn vernoemd) is hij van groot belang geweest voor het muzikale en artistieke leven in het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw.
jeugd en leerjaren
Op 8 mei 1863 werd Carl Antoon Smulders in Maastricht geboren, als derde kind van Frederik Smulders en Anna Magdalena Voorgang. Frederik was pianobouwer van beroep. Hij was ook zeer geïnteresseerd in het klokkenspel. Die combinatie van interesses leidde tot enkele nieuwe vindingen. Zo werd door zijn toedoen aan het einde van de negentiende eeuw het stokkenklavier van de Sint-Servaas-beiaard vervangen door een door Frederik uitgevonden pianoklavier. De verhouding tussen vader en zoon was allesbehalve ideaal. In 1878, hij is dan 15 jaar, liet Carl zich inschrijven als leerling aan het Luikse conservatorium waar hij al spoedig de aandacht trok met een door hem gecomponeerd pianotrio. Directeur J. Th. Radoux (1835 – 1911) ontsloeg hem van de klassikale lessen en gaf hem compositielessen. Radoux zag in zijn jonge leerling een uitstekend opvolger als componist van koormuziek. Daarnaast bekwaamde Carl zich in het pianospel en behaalde hij in 1886 een gouden medaille met zijn pianoconcert in A mineur. Vijf jaar later, in 1891, behaalde hij met zijn cantate “Andromède” de “Grand Prix de Rome”.
componist en leraar
Carl koos uiteindelijk toch niet voor een loopbaan als concertpianist. Hij hield niet zo van openbare uitvoeringen en zeker niet van optredens waarbij werk van hemzelf op het programma stond. “Hoe ik dat gedoe haat” kon hij dan zeggen. Daarom accepteerde hij na het eindexamen aan het conservatorium een benoeming als leraar aan het “Conservatoire Royal de Musique” te Luik. Door een artikel van Alphons Diepenbrock in De nieuwe Gids, getiteld “Melodie en gedachte” groeit ook in Noord Nederland de belangstelling voor de werken van Carl Smulders. In 1902 worden tijdens het Nederlands Muziekfeest in Amsterdam zijn symfonische gedichten “Chant d’ Amour” en “Rosch Haschana” uitgevoerd. In hetzelfde jaar trouwt Carl met Anna Maria Charlotte Isabella Fouquet (geboren 4 januari 1861), dochter van Frans Emanuel Fouquet en Maria Hubertina Francisca Bongaerts.
Van zijn vader heeft Carl ook gevoel voor techniek geërfd. Zo ontwerpt hij een piano, waarbij hij probeert een eenmaal aangeslagen toon nog te veranderen van timbre of sterkte. Het systeem wordt toegepast in de Gaveauvleugels en vindt in de Luikse pianist Louis Closson een bewonderaar. Zelf is hij een pleitbezorger voor het zogenaamde ‘Hans klavier’ uitgevonden door de Waalse ingenieur Pierre Hans, die in 19?14 als Belgische vluchteling naar Maastricht is gekomen en een piano met twee klavieren construeert, waardoor de moeilijkheden van kruisen en mollen voor de pianoleerling ondervangen kunnen worden.
veelzijdigheid
Op 21 april 1934 overlijdt Carl Smulders in Luik. Hij is dan al bijna vergeten. Een paar jaar later eert Maastricht zijn stadsgenoot met een buitengewoon concert (28 april 1936), waar werken van Smulders ten gehore worden gebracht. De Maastreechter Staar voert “La Mer” en “La Route” uit. De cellist Huysmans speelt “Rosch Haschana”. Onder leiding van Henri Hermans speelt het “Maastrichts Stedelijk Orkest” de compositie “Chant d’Amour” en begeleidt het orkest de Luikse Pianiste Jeanne Maison in het pianoconcert in “A Mineur”. De veelzijdige composities van Carl Smulders zijn van hoog niveau en hebben via leerlingen als Henri Hermans een grote invloed op de Limburgse muziek gehad.
bron
Gerard Quaedvlieg, Maastrichts muziekleven (Maastricht 1965). Hans van Dijk, Panorama van drie eeuwen muziek in Limburg (Leeuwarden 1991).
auteur
Jo Boetsen