De geschiedenis van de Joodse begraafplaats op de Maagdendries is al in een eerdere archiefsprokkel behandeld. Naar aanleiding van de vondst in 2008 van twee (vermoedelijk) Joodse inwoners van Maastricht bij de sloopwerkzaamheden op het Sphinxterrein is verteld hoe de kennis over het bestaan van de begraafplaats in de archieven is bewaard. Het oudste gegeven dat wij vonden, dateerde uit 1820 toen voor het eerst melding werd gemaakt van het herstel van een muur bij de gewezen begraafplaats van de Joodse gemeente.
archiefvondsten
Inmiddels zijn er meer aanwijzingen gevonden over de stichting van de begraafplaats en haar voor- geschiedenis, die wij u niet willen onthouden. Het was een verrassing om in de archieven te ontdekken dat zij ook een eigen begraafplaats wensten. Er werd hiertoe een verzoek ingediend bij de Staten-Generaal. Namens de Joodse gemeenschap vroegen Isaak Abraham Levi en Lehman Zaudi ‘te permitteeren, om op hunne kosten eene plaatze te mogen aankoopen om aldaar hunne dooden ter aarde te kunnen bestellen’. De Staten-Generaal steunden dit initiatief op 10 juni 1794 en stuurden dit verzoek ter afhandeling door naar het Maastrichtse stadsbestuur.
Bent u nieuwsgierig? Dan kunt u de volledige archiefsprokkel 'Joodse begraafplaats op het Sphinxterrein, deel 2' downloaden.
auteur
Carl Andreas