In 1842 werd weer een nieuwe rechterlijke organisatie in Limburg ingevoerd. De bestaande rechterlijke instellingen werden opgeheven en vervangen. Het vredegerecht werd vervangen door het kantongerecht. Voor de rechtbank in eerste aanleg kwam de arrondissementsrechtbank in de plaats. Het Hof van Assisen werd opgevolgd door het Hof van Limburg. Strafzaken - inclusief misdrijven - werden nu door de arrondissementsrechtbanken in Maastricht en Roermond behandeld. Hoger beroep was in laatste instantie mogelijk op het provinciaal gerechtshof van Limburg.
tips
1. De archieven van de rechterlijke instellingen vanaf 1842 zijn weer beschreven in aparte inventarissen per rechtbank. Er zijn zelfs verschillende inventarissen van één archief, omdat regelmatig archiefstukken van de rechtbanken in blokken van tien jaar aan het RHC Limburg worden overgedragen.
2. In de rechterlijke archieven vanaf 1842 heeft in het verleden grootscheepse ongecontroleerde vernietiging plaatsgevonden. Sinds 1970 zijn op grond van archiefrichtlijnen systematisch archiefstukken verwijderd, die voor vernietiging in aanmerking kwamen. Het resultaat: procesdossiers in strafzaken zijn nog wel bewaard gebleven, maar procesdossiers in burgerlijke zaken zijn er niet meer. De procesgang in burgerlijke zaken is alleen op grond van het audiëntieblad en het vonnis te reconstrueren.
3. Het audientieblad is te vergelijken met de gerechtsrol van vóór 1800. In burgerlijke zaken bevat het audientieblad de handelingen die door partijen tijdens de zitting worden verricht. Het audientieblad bevat ook het vonnis.
Delen
Made by zuiderlicht