historie Minderbroederskerk

Het RHCL ligt op de hoek van de Sint Pieterstraat en ‘Achter de oude minderbroeders’. Deze laatste straatnaam is niet voor niets gekozen. In ons gebouwencomplex is de oorspronkelijke bestemming als minderbroedersklooster nog steeds te zien. In 1234, na toestemming van de bisschop van Luik, vestigden zich Franciscanen, in de volksmond 'minderbroeders' geheten, in enkele huisjes aan de Sint Pieterstraat. Het was een nieuwe orde, kort daarvoor in Italië gesticht door de H. Franciscus, met volstrekte armoede als levensideaal.

historie Minderbroederskerk

De kerk in laatgotische stijl, waarin onze publieksruimten zijn ondergebracht, is nu een monumentaal herkenningspunt in het centrum van Maastricht. Het huidige complex is het resultaat van ingrijpende verbouwingen in de jaren 1939-1941 en met name in de periode (1987)1991-1996. Op 8 november 1996 opende Z.K.H. Prins Willem-Alexander officieel het geheel verbouwde Rijksarchief Limburg aan de Sint Pieterstraat. Sindsdien beschikken we over een gebouw waarin oude en nieuwe bouwelementen op contrasterende, maar ook harmonieuze wijze met elkaar zijn verbonden.

circa 1300

minderbroedersklooster



 Toen de minderbroeders zich in 1234 in Maastricht vestigden, hebben zij vermoedelijk al gauw een kloosterkapel gebouwd. In het plafond van het koor is een fresco te zien waarop die oudste kapel misschien wel afgebeeld is. Door vele gulle giften van de burgers waren de minderbroeders rond 1300 in staat om te beginnen met de bouw van de huidige kerk. Pas in de 15e eeuw was het koor van de kerk klaar. Rond 1485 was de kerk alweer een bouwval. Waarschijnlijk zijn toen bij de herstelwerkzaamheden de luchtbogen en contreforten aangebracht en is de kruisgang gebouwd. Na de herovering van de stad door Spaanse troepen onder bevel van de hertog van Alva (1579) werd begonnen met de wederopbouw van het tijdens de oorlog zwaar beschadigde klooster.



1632

opheffing klooster



De verovering van Maastricht door de troepen van stadhouder Frederik Hendrik in 1632 luidde het einde in van het Minderbroedersklooster. In 1638 werden pater Vink en anderen “de vyf Köpp” wegens verraad veroordeeld en onthoofd, omdat hij op de hoogte was van een complot om de stad weer in handen van de Spanjaarden te spelen. Het jaar daarop werden de Minderbroeders gedwongen de stad te verlaten. Nadat de Minderbroeders waren vertrokken, werd de kerk een wapenarsenaal (tot 1867). In de kloostergebouwen kwamen achtereenvolgens een gereformeerd weeshuis (1640-1690), een militair hospitaal (1685-1798) en een kazerne (tot 1917). Lees meer ...


1867

restauratie kerk



De kerk bleef een arsenaal tot 1867 toen de vestingstatus van Maastricht werd opgeheven. Daarna diende de kerk nog als een gymnastiekruimte en verblijf voor militairen. Nadat in 1876 een ontlastingsboog en een gewelf in de noordelijke zijbeuk waren ingestort, keurde het ministerie van Oorlog de kerk af. Begin 1879 kreeg de rijksbouwkundige Jacobus van Lokhorst de opdracht om de Minderbroederskerk te verbouwen tot archief en bibliotheek. Architect Pierre Cuypers maakte plannen voor de totale restauratie van de kerk. Bij de herstelwerkzaamheden vormde de zeventiende-eeuwse koepel op de Sterre der Zeekapel een probleem. In de ogen van Cuypers vormde de barokke koepel ‘in jezuïetenstijl’ een inbreuk op het gotische karakter van de kerk. Met toestemming van de Minister van Binnenlandse Zaken werd de koepel in 1880 afgebroken en werden de gewelven en het dak van de kapel in gotische stijl herbouwd.


1881

archief en bibliotheek



Eind 1881 werd een gedeelte van de kerk als archief in gebruik genomen. In december werden de archieven van het rijksarchief vanuit de Lenculenstraat naar de Sint Pieterstraat verhuisd. Het stadsarchief en de bibliotheek van Maastricht verhuisden in 1884 ook daarnaartoe. In dat jaar werden de depots en kantoorruimten voorzien van speciaal ontworpen meubilair in neogotische stijl. Daarvan zijn nu nog enkele kasten, tafels en stoelen te zien in de Sterre der Zeekapel. De kloostergebouwen bleven tot 1917 ingericht als kazerne. In dat jaar werd de Tapijnkazerne opgeleverd. Daarna is in het kloostercomplex onder meer een zuurkoolfabriekje geweest, een atelier van de kunstenaar Charles Vos en is er een werkplaats geweest voor blinden en voor mensen die herstelden van TBC.


vanaf 1930

verbouwing kloostervleugels



In de jaren dertig van de vorige eeuw werden herhaaldelijk noodkreten geslaakt over ruimtegebrek en verwaarlozing van de gebouwen. Na een jarenlange zoektocht naar geldbronnen kon de toenmalige rijksarchivaris Panhuysen in 1939 eindelijk de eerste steen leggen voor de restauratie en uitbreiding van het archief. Door het uitbreken van de oorlog liepen de bouw en vooral de inrichting vertraging op. De werkzaamheden waren pas eind 1941 voltooid. In december nam het Rijksarchief Limburg de gebouwen stilletjes in gebruik. De kloostergebouwen waren al zo in verval geraakt dat de oorspronkelijk zuid- en oostvleugel van het klooster geheel moesten worden afgebroken. De vleugel langs de Sint Pieterstraat werd gereconstrueerd naar de achttiende-eeuwse staat. Na de oorlog bleef de Minderbroederskerk nog lange tijd met fraaie neogotische kasten ingericht als archiefdepot. Begin 1962 werden de gewelven gerestaureerd. In de zijbeuken kwamen voor die tijd moderne archiefstellingen te staan.


1980

oud en nieuw verbonden



Vanaf 1980 werden plannen gemaakt voor de uitbreiding van het Rijksarchief Limburg. Daarbij is onderzocht of het rijksarchief niet beter naar een andere locatie in Maastricht kon worden verplaatst, waarbij onder andere gedacht werd aan Randwyck. Gelukkig werd in 1984 besloten de uitbreiding te realiseren op de bestaande locatie aan de Sint Pieterstraat, onder het motto: ´het gebruik van een monument is zijn behoud´. Bij de laatste restauratie van de Minderboederskerk (1995-1996) werd in het koorgedeelte een ondergronds auditorium gebouwd. Het middenschip van de kerk en de zijbeuken werden ingericht als studiezaal.


1994

ondergrondse depots



Onder de tweede binnentuin zijn nieuwe ondergrondse archiefdepots gebouwd. Pal naast de Minderboederskerk zijn drie depotlagen gerealiseerd tot een diepte van tien meter. Een saillant detail is dat de onderste depots op een dieper niveau liggen dan de bedding van de Jeker. Dit riviertje stroomt daar als het ware bovenlangs. In het najaar van 1994 waren de nieuwe depots klaar. Archieven en collecties zijn in verrijdbare stellingen geplaatst. Een grote installatie zorgt voor een ideaal klimaat, met een constante temperatuur en lucht-

vochtigheid. De maximale capaciteit van de depots is 25,3 km. Inmiddels is meer dan 23 km planklengte bezet. Er ontstaat in de komende jaren dus alweer ruimtegebrek.


Delen