Maastricht genoot eeuwenlang een grote faam als vestingstad. De stadsmuren en de vaak ver vooruit geschoven verdedigingswerken maakten de stad tot een waar fort. In 1567 werd de weerbaarheid nog verhoogd, toen er op last van landvoogdes Margaretha van Parma een garnizoen werd gelegerd. Dit besluit zou, ook economisch gezien, grote gevolgen hebben voor de stad. Vanaf 1567 tot 1867, het jaar van de opheffing van de vesting, bleven honderden en somtijds zelfs duizenden soldaten binnen de stad gekazerneerd.
verboden vruchten
Deze militairen, die het ‘Bolwerk der Nederlanden’ dienden te beschermen tegen vijandelijke troepen, zorgden niet alleen voor veiligheid, maar ook voor de nodige inkomsten. Zij lieten door de eeuwen heen bij menig neringdoende en middenstander de kassa aardig rinkelen. Er waren echter twee bedrijfstakken die bovenmatig profiteerden van de aanwezigheid van het soldatenvolk, namelijk de kroegen en de zogenaamde ‘publieke huizen’, waar dames van lichte zeden hun diensten aanboden
Bent u nieuwsgierig? Dan kunt u de volledige archiefsprokkel 'Verboden vruchten in de hemelse Helstraat' downloaden.
auteur
Frans Roebroeks