De Van Hasseltkade, die vroeger Langs de Wal heette, is genoemd naar André Henri van Hasselt, geboren op 4 januari 1805 in Maastricht en overleden op 1 december 1874 te St. Joost ten Node (aan de Sint Lazarusstraat 29 waar hij sinds 1856 woonde). André van Hasselt promoveerde in de rechten te Gent. Tijdens zijn studiejaren aan de Hoge Scholen van Luik en Gent beoefende hij bij voorkeur de letteren en schone kunsten. Korte tijd voor de Belgische opstand in 1830 voltooide hij zijn academische studie en keerde hij, in afwachting van een geschikte betrekking als advocaat, naar zijn ouderlijk huis terug.
dichter
Hij verbleef ambteloos en zich volledig aan de dichtkunst wijdend in Maastricht tot 23 mei 1833, toen hij naar Brussel vertrok, waar hem spoedig van regeringswege geschikte bezigheden werden opgedragen. Uiteindelijk werd hij tot inspecteur van het lager onderwijs benoemd. In 1845 werd hij benoemd tot lid van de Koninklijke Academie van België in de afdeling letteren. Van Hasselt was een buitengewoon vruchtbaar dichter en schrijver, bijna uitsluitend in de Franse taal. Zijn in 1876 gebundelde werken omvatten 5 delen poëzie en 5 delen proza. Hij was de eerste die een bundel Franse gedichten in het nieuwe Koninkrijk België uitgaf: zijn ‘Primevères’ uit 1834. Zijn bekendste dichtstuk is ongetwijfeld ‘Les quatre incarnations de Christ’. Van Hasselt wordt wel de grootste Belgische dichter in de Franse taal tot de renaissance van 1880 genoemd.
André van Hasselt is het tweede kind van Henri en Anne Roberts en heeft nog een oudere broer, Joannes Nicolaus Henricus Constantinus. Deze broer was kaarsen- en zeepfabrikant, woonde in het ouderlijk huis aan de Grote Gracht 48 en trouwde in 1844 met Anna Laurentina Caff. Na zijn opleiding genoten te hebben aan het Atheneum tussen 1818 (bij de leraar Brüls) en 1823 (bij professor Gulikers) zette André zijn studie voort aan de universiteiten in Luik en Gent. Het was in de tijd dat de zuidelijke Nederlanden nog niet afgescheiden waren van de noor-delijke Nederlanden en studeren in Luik of Gent meer voor de hand lag dan naar Leiden of Amsterdam te gaan.
carrière
Tussen 1827 en 1832 was André van Hasselt advocaat te Maastricht. In 1833 werd hij beambte bij de Bourgondische Bibliotheek te Brussel. Hoogstwaarschijnlijk heeft zijn tijd te Gent (vlak voor de Belgische opstand) hem doen besluiten om voor het nieuwe land België te kiezen om daarverder zijn carrière uit te bouwen. Op 11 november 1842 werd hij Provinciaal Opziener van het lager onderwijs te Antwerpen en twee jaar later Opziener van de Normaal scholen. In zijn vrije tijd schreef hij talloze dicht – en prozawerken en vertalingen uit het Nederlands en het Duits. Maar hij schreef ook wel in het Nederlands, o.a. ‘Het gouden Boeksken’, gedichten voor kinderen uitgegeven te Brussel in 1845.
de kade
Tot zijn vrienden behoorden o.a. Victor Hugo en Alexander Dumas die hem beiden zeer waardeerden. André was aanhanger van het Saint Simonisme, een stroming in het socialisme naar de leer van Saint Simon (1760 – 1825). Na zijn overlijden in 1874 schenkt van Hasselts weduwe de volledige werken van haar echtgenoot aan de Stedelijke Bibliotheek. In 1877 ontvangt de gemeente Maastricht een beschrijving van het leven van Van Hasselt: ‘André van Hasselt, sa vie et ses travaux’, samengesteld door zijn tijdgenoot en boezemvriend Alvin, hoofdbibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. In de vergadering van de gemeenteraad van 15 december 1879 wordt unaniem besloten het gedeelte van de kade langs het kanaal Maastricht Luik tussen de Kleine Gracht en de Havenkom (Bassin) naar André van hasselt te vernoemen. Later werd ook in Schaarbeek bij Brussel een straat naar hem vernoemd.
bron
Blonden, De straatnamen van Maastricht; P.Ubachs en I. Evers, Historische Encyclopedie Maastricht.
auteur
Jo Boetsen