Dat het vroeger ook al niet boterde tussen Maastricht en Valkenburg, weet misschien niet iedereen. Er is zelfs een keer een ware oorlog gevoerd tussen beide steden. Dat lezen we in twee Latijnse handschriften uit het archief van de Onze Lieve Vrouwekerk. Op 4 juli 1327 behaalden de Maastrichtenaren in een veldslag bij Yseren de overwinning op Reinald I, heer van Valkenburg, en de zijnen. En het stadsbestuur van Maastricht vond deze overwinning zo belangrijk, dat er onmiddellijk een herdenkingsfeest voor werd ingesteld, en zoals het in Maastricht hoort werd het ook onmiddellijk een traditie.
Stadsfeest in Maastricht
Ieder jaar, op 4 juli, moest de overwinning op de Valkenburgers herdacht worden als "stadsfeest", in het Latijn Festum Civitatis Traiectensis geheten (feest van de stad Maastricht), Triumphus Traiectensis (de Overwinning van Maastricht) of Festum Oppidi (Stadsfeest). Er werden zelfs uit dankbaarheid plechtige kerkelijke vieringen gehouden, zowel in de Onze Lieve Vrouw als in de Sint-Servaaskerk. Het stadsbestuur dacht daarbij natuurlijk ook, zoals het hoort, aan de kerkbijdrage, en schonk de beide kapittelkerken een jaarlijks inkomen op goederen in Wyck, bij de Maasbrug, genaamd Creitwilre (ongeveer ter plaatse van het huidige Cörversplein). Het bedrag was de cijns (wij zouden tegenwoordig zeggen: de WOZ-belasting) die betaald moest worden door Nycolaus, genaamd Nycoel, bontwerker en koopman, en door Gerardus Elye, van Aken, hoedemaker, op hun huizen, gelegen dicht bij de houten boog van de Maasbrug. Vroeger was heel dit gebied, zo staat in de handschriften te lezen, leeg en onbebouwd. Het stadsbestuur gaf het toen in pacht aan een zekere Mathias van Creytwilre (waarschijnlijk een projectontwikkelaar), tegen een bedrag van 3 mark per jaar. Daarvan moest nu voortaan 1 mark betaald worden aan de Onze Lieve Vrouwekerk, en 2 mark aan de Sint-Servaaskerk, om er de kerkelijke vieringen van het stadsfeest van de overwinning op Valkenburg mee te financieren.
In de Sint-Servaaskerk werd het Stadsfeest met de grootst mogelijke plechtigheid gevierd. Er was een processie rond het Vrijthof, en het borstbeeld van sint Servaas werd meegedragen. Maar de kanunniken van de Servaas zouden niet van de Servaas geweest zijn, als zij de gelegenheid niet hadden aangegrepen om er een Servaasfeest van te maken. Ze noemden het feest dan ook al snel Triumphus Sancti Servatii (Triomf van sint Servaas), maar lieten het stadsbestuur wél betalen. Toen koning Lodewijk XIV van Frankrijk in 1673 de stad Maastricht veroverd had, beweerden de kanunniken zelfs dat het stadsfeest, toen natuurlijk geheten "le Triomphe de Saint Servais", terugging op de overwinning van Karel Martel op de Islamieten. Dat was natuurlijk een leugen om bestwil, want de Tour de France bestond toen nog niet, en in Frankrijk had nog nooit iemand van Valkenburg gehoord, ook al heette het toen al in het Frans Fauquemont. Met het verhaal over de overwinning op het kleine Valkenburg konden ze bij de grote Zonnekoning natuurlijk niet aankomen.
bron
RHC Limburg, Archief van het kapittel van Onze Lieve Vrouw, Maastricht, inv.nrs. 525 en 971; Archief van de broederschap van de kapelanen van Sint Servaas, inv.nr. 56, f. 56v en 88v
auteur
Régis de la Haye