Wanneer wij, anno 2008, naar een notaris gaan, dan is dat meestal voor de verkoop van een huis, een erfenis of een bijzondere akte. In Maastricht ging men in vroeger eeuwen voor de minste of de geringste aanleiding naar de notaris, niet alleen voor de overdracht van onroerend goed, maar voor de meest uiteenlopende zaken, zoals testamenten, boedelinventarissen, huurcontracten, verpachting van goederen, obligaties, geldleningen, volmachten, koopcontracten of huwelijkse voorwaarden.
Zelfs wanneer men ruzie had met de buurman, liet men daarvan een akte opmaken, of wanneer de buurvrouw iemand had uitgescholden werd dat bij de notaris vastgelegd. Notariële archieven geven zo prachtig studiemateriaal voor onderzoek naar oude Maastrichtse scheldwoorden! De aktes van de notarissen kunnen soms de meest onverwachte zaken aan het licht brengen. Want wie weet nog dat een aantal Maastrichtse zakenlui in het Zuid-Spaanse Cadix (Spaans: Cádiz) in slaven handelden? Volkomen legaal overigens...
bij de notaris
Op 12 december 1682 krijgt de Maastrichtsenotaris Jacobus a Cruce bezoek van Dionysius Nipels, die een akte wil laten opmaken. Daarbij geeft hij volmacht aan Ignatius van Bree, 'zijnde van de hollantsche natie ende inwoonder der stadt Cadiz', om van Reynaldo de la Haye een bedrag van 90 pattacons te vorderen, dat deze hem nog steeds schuldig is voor de aankoop van een jonge zwarte slaaf. Reynaldo had daartoe op 22 april 1682 een schuldbekentenis getekend. De koop is dus al meer dan een half jaar geleden gesloten, maar Reynaldo de la Haye heeft nog steeds niet betaald. Nipels vraagt dan aanzijn gemachtigde, Ignatius van Bree, de slaaf zo nodig in beslag te laten nemen en bij opbod te verkopen. Aan zo'n openbare verkoop is natuurlijk wel de voorwaarde verbonden dat de koper Rooms-Katholiek moet zijn.
Over de aankoop van de slaaf geeft hij in de notariële akte ook nog enkele details. De slaaf heeft hij in november 1681 uit een "partij" van ongeveer 33 stuks gekocht in de Sahara ("onder een meerder partie ontrent de 33 hebbe gecocht in de Sahra"), en in Cadix legaal geïmporteerd, zoals blijkt uit de douanepapieren, met volledige betaling van de invoerrechten ("ende die aen landt ende in den Toll gebrocht als blijckt bij de oja daer van sijnde in de konicklicke aduana in de stadt Cadiz gepasseert, soodat de Rechten daer van te vollen sijn betaelt").
Een paar maanden later, op 3 april 1683, krijgt dezelfde notaris Jacobus a Cruce wederom bezoek uit Cadix, nu van Reynaldo de la Haye, ook voor een notariële akte. Het gaat weer over ‘het zwarte slaafje’. Reinaldo de La Haye,"gebortich van Maseick tegenwoordich woonende tot Cadix in Hispanien", verklaart dat hij nog altijd 90 pattacons schuldig is aan Dionysius Nipels voor ‘het zwarte slaafje’ ("een swart slaefjen") dat hij op 23 april 1682 bij hem gekocht had. Hij belooft het bedrag binnen één jaar af te lossen, en stelt daartoe zijn goederen in Maaseik borg.
Bent u nieuwsgierig? Lees dan de archiefsprokkel 'Maastrichtse slavenhandelaars in Cadix' verder!
auteur
Régis de La Haye