Bij raadsbesluit van 13 juni 1921 werden straatnamen gegeven aan een groep huizen in Wyckerpoort tussen de Meerssenerweg, de Scharnerweg, het Koningsplein en in het verlengde de Noormannasingel. Eén van die straatnamen is de Professor Crahaystraat, tussen de Professor Moserstraat en het Professor Henketplein.
Jacques Guillaume Crahay
Jacques Guillaume Crahay werd geboren op 3 april 1789 als zoon van notaris Henri Guillaume. Aanvankelijk is het de bedoeling dat Jacqeus ook notaris wordt omdat zijn vader veel succes heeft in dat beroep. Maar de interesse van Jacques gaat uit naar de natuurwetenschappen. Zijn leraar J.P. Minckelers spoort hem aan door te gaan maar vaders wil is wet en zo begint hij toch de notariële studies. Na tien jaar kan Jacques Crahay zich uiteindelijk toch wijden aan de natuurwetenschappen. Aanleiding was het ontslag van Minckelers in 1817 als leraar in de fysica en de chemie. Uit drie kandidaten werd Crahay gekozen door de ‘Commissaire Général de l’instruction’. De benoeming werd op 21 maart 1818 bekend gemaakt. En zo werd hij leraar natuurkunde aan het Koninklijk Atheneum te Maastricht.
In zijn Maastrichtse periode is hij een van de oprichters van de ‘Société des amis des sciences, lettres et arts à Maestricht’. In 1830 benoemde Koning Willem I Jacques Crahay tot hoogleraar aan de universiteit van Gent maar door het uitbreken van de Belgische opstand kon het professoraat niet worden uitgevoerd. Eerst vier jaar later werd Crahay professor in de fysica en astronomie aan de Katholieke universiteit, aanvankelijk in Mechelen en vanaf 1835 in Leuven, dat na 38 jaar zijn universiteit terug kreeg. De ontstane vacature in het Maastrichtse Atheneum werd ingenomen door professor Martens, naar wie ook een straat is vernoemd.
meteorologie
In zijn actieve periode hield Crahay zich tot 1848 bezig met de uniformering van maten en gewichten en het noteren van meteorologische gegevens. Deze waarnemingen werden vier keer per dag verricht op de ‘Ecole secondaire’ aan de Helmstraat. Er werd gebruik gemaakt van een kwikthermometer als maximumthermometer en een alcoholthermometer, naar het model van Rutherford, als minimumthermometer. De instrumenten waren gericht op het noorden en opgesteld in de schaduw van twee grote gebouwen op een hoogte van 4,5 meter. Elk jaar werden de instrumenten in smeltend ijs geplaatst om het nulpunt te controleren. Om de luchtdruk te meten maakte professor Crahay gebruik van een kwikbarometer met instelbaar nulpunt. De onderkant van de kwikbak bestond uit een zak van huid, waarvan het niveau instelbaar was. De kwikbak stond op een hoogte van 10,5 meter boven het nulpunt bij de Maasbrug. De temperatuur van de kwikkolom werd aangegeven door een op de barometer bevestigde thermometer.
hygrometer
De luchtvochtigheid werd gemeten met een haarhygrometer. De neerslag werd opgevangen in een rechthoekig vat met een oppervlakte van 2530 cm². De hoeveelheid neerslag werd door middel van een maatglas bepaald. Het vat stond op een hoogte van 3,5 meter boven de grond. Quetelet, die Minckelers en Crahay’s observaties op het gebied van de meteorologie publiceerde, zei over de door Crahay verrichte metingen, dat de meteorologie hier beoefend was ‘met alle zorg en kennis die deze delicate wetenschap vereist’.
gewaardeerd wetenschapper
Door zijn wetenschappelijke kwaliteiten, door de zorg waarmee hij zijn lessen voorbereidde en door de wijze waarop hij zijn studenten wist te boeien stak Crahay al snel boven zijn collega’s uit. Zijn verdiensten werden erkend door zijn benoeming tot lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen op 8 mei 1835 en door de toekenning van het Kruis van de Leopoldsorde in 1842. Na een korte maar pijnlijke ziekte overleed Crahay op zesenzestig jarige leeftijd te Leuven op 21 oktober 1855. Hij leeft voort in de naar hem genoemde straat…
bron
P.A.Th.M. Jaspers, J.P. Minckelers 1748-1824
afbeelding
Jacques Guillaume Crahay, litho, L. Tuerlinckx ca. 1850 (U.B. Leuven)
auteur
Jo Boetsen