Een minder bekende pastoor van Sint Pieter: Willem Heijnen (1825-1869). Sint Pieter heeft in de loop der eeuwen veertig pastoors gekend, waarvan sommige bekende persoonlijkheden waren. Dit geldt met name voor de bouwpastoors van de beide huidige kerken. Pastoor Kribs (1869-1896) werd zo veelvuldig bezocht door hulpzoekenden, dat Sint Pieter indertijd wel een bedevaartsoord leek. Pastoor Steegmans (1937-1957), stijfkoppig als hij was, trok zich niets aan van de felle protesten van een groep parochianen en slaagde erin de kerk Beneden te laten bouwen en het oude kerkgebouw Boven te sluiten. Deze Archiefsprokkel gaat over een minder bekende, maar niet minder pregnante pastoor: Willem Heijnen, de voorganger van Kribs, die 44 jaar lang pastoor was.
dagboek van de koster
Koster Johannes Rosier hield voor eigen gebruik een register bij van dopen, huwelijken en begrafenissen. Hierin maakte hij tevens aantekeningen over dagelijkse voorvallen en plaatselijk nieuws, waardoor het register het karakter van een dagboek kreeg. Over de intrede van de nieuwe pastoor, voorheen kapelaan in Sint-Maartensvoeren en op dat moment nog geen 27 jaar oud, schreef de koster: ‘1825 de 25e januari dinsdags is in Sint Pieter ingehaald Wilhelmus Heijnen. De jongmans en jongedochters hebben hem afgehaald met muziek aan de Onze-Lieve-Vrouwepoort onder de Boomkens. Op de Blekerij zijn zij allen scheep gegaan op de Maas en voor de schepen waren drie paarden gespannen. Zo zijn zij gevaren tot aan het Varkensweerdje of aan de Greend. De pastoor van Sint-Nicolaas, Nicolaus Servaes (de voorganger van Heijnen te Sint Pieter), was mee gekomen tot in de kerk in Sint Pieter met een rokkelien en een stool (stola) aan en de nieuwe pastoor had ook een stool en rokkelien aan. En na het lof zijn zij gegaan naar Winandus Claessens op het Torentje (Huize De Torentjes) en zijn daar getracteerd geworden en hebben de hele nacht gedanst.’ Rosier vergat echter iets te vertellen: die dag was het in de kerk zo druk geweest, dat een communiebank en een kerkbank het hadden begeven.
niets schoons, niets treffelijks
'De oude kerk was niet veel meer dan een grote kapel. In een bepaalde bouwtrant was ze niet gebouwd, zodat ze een echt schuurkerkje leek. Boven de deur hing een kruisbeeld tussen twee planken engelen en op het dak stond een klein torentje met klok. Ook de oude pastorie was een armzalig gebouw van slechts één verdieping en omgeven door een muur, waarboven de typisch geknipte vormen uitstaken van geschoren boompjes; op het dak van de pastorie stond eveneens een torentje met klok.’ Zo beschreef kapelaan Welters in 1925 het van 1760 daterende en in 1897 afgebroken kerkje op de berg. Onmiddellijk na zijn aankomst op Sint Pieter merkte pastoor Heijnen al, dat het kerkje veel te klein was. Het meubilair nam erg veel plaats in en het merendeel van de gelovigen moest tijdens de diensten buiten blijven staan. Heijnen schreef: ‘De kerk is zeer klein en heeft maar één gang. In de kerk is niets schoons, niets treffelijks, oude prullen genoeg. De biechtstoel is nieuw en het enige meubel van deugd. Er is een klein orgeltje, geen banken. Negen nieuwe banken heb ik er geplaatst en alles laten verven.’ In 1825 wilde men de acht meter lange kerk met vijf meter verlengen, maar de gemeenteraad, die in die tijd nog toestemming moest geven, besloot in 1827 van de uitbreiding af te zien. De kerk lag namelijk nogal dicht bij de verdedigingswerken van Maastricht en het ministerie van Defensie stelde onmogelijke eisen. In 1835 vroeg men opnieuw toestemming, want de nood was hoog gestegen. Een grote menigte parochianen, tot grijsaards en zwangere vrouwen toe, vervulde haar godsdienstplicht in bijtende winterkou, hitte of stromende regen. De menigte in de kerk veroorzaakte dikwijls ‘verfoeilijke’ wanorde, want er verliep geen kerkelijke dienst of er vielen mensen flauw. Gelukkig deed het ministerie nu niet moeilijk. Deze keer besloot men de kerk niet te verlengen, maar een zijbeuk bij te bouwen. Deze kwam in oktober 1841 gereed en bood voldoende ruimte voor tien kerkbanken.
bron
Archief Parochie Sint Pieter, o.a. nrs. 34, 314, 317, 327, 487-490, 1100, 1102, 1129, 1154a; Archief Gemeentebestuur Sint Pieter: 3, 8a, 49; W. Heijnen, Levensbeschrijving van den heiligen Lambertus, bisschop van Maastricht en martelaar, begraven te Sint Pieter, Maastricht 1850. R. Hackeng, De kerken van Sint Pieter Maastricht 1998 (Maastrichts Silhouet).
auteur
Rolf Hackeng