Het maken van verre reizen is tegenwoordig niet zo bijzonder meer, maar een eeuw geleden was dat een hele onderneming. Wereldreizigers waren er rond 1900 maar weinig. Een van de uitzonderingen was Edmond Regout (1870-1926), een kleinzoon van de Maastrichtse ondernemer Petrus Regout. In het familiearchief Regout bevinden zich 49 brieven die Edmond uit verre oorden naar huis stuurde en een aantal albums met de foto's die hij er maakte. In deze vierdelige serie archiefsprokkels volgen wij hem op zijn reizen naar het Verre Oosten.
Kyoto
In februari 1903 vertoefde Edmond in Kyoto, de voormalige hoofdstad van Japan, waar het op dat moment erg nat en koud was. Hij schreef:
‘De Japanse interieurs zijn van een minutieuze zindelijkheid. Daarentegen zijn de straten bedekt met een zo dikke laag modder, dat zij onbegaanbaar worden voor een Europeaan. De Japanners dragen sandalen die vier vingers hoog zijn, zodat zij niet in de modder blijven steken. In de Japanse huizen doen ze hun schoenen uit en hun laarzen laten ze bij de deur staan. Er zijn geen haardvuren, alleen in iedere kamer een bronzen pot met wat stukjes houtskool. Ik bewoon een Japans logement. Ze praten er alleen Japans. Kortom alles is er helemaal puur Japans, behalve het electrisch licht.
Bent u nieuwsgierig? Dan kunt u de volledige archiefsprokkel 'Edmond Regout in het Verre Oosten, deel 4' downloaden.
auteurs
Eric Scheepers en Rolf Hackeng