“Ik sliep nog zo lekker”, zuchtte broeder Winand, toen het klokje luidde en alle monniken op de grote slaapzaal gewekt werden. Nog verdoofd door een diepe slaap, draaide hij zich om, gooide de zware wollen deken van zich af, ging zitten op zijn stromatras en zette zijn benen op de koude tegelvloer. Met een snelle rekking stond hij op, zocht zijn scapulier en gooide het over zijn hoofd. Het habijt waarin hij sliep viel in de plooi. Hij was klaar voor de metten.
Jonge Winand
Winand was een jonge monnik, pas sinds enkele jaren ingetreden in het Sint-Servaasklooster van Maastricht. Hij was nog altijd beduusd van de eerste indruk die hij in deze grote communiteit van religieuze mannen van alle leeftijden had gevoeld. Mannen van hoge ouderdom, mannen in de kracht van hun leven, zoals zijn eigen vader, en jongeren zoals hij, als broeders verenigd in dezelfde nederige levenswijze en hetzelfde habijt. Dagelijks zongen ze de lof van de Heer in het koorofficie, beheerden ze de relieken van de grote patroonheilige van Maastricht, de heilige Servatius, en zorgden ze voor de vele pelgrims uit alle delen van de christenheid die het graf van Sint-Servaas bezochten.
Bent u nieuwsgierig? Dan kunt u de volledige archiefsprokkel 'De Sint Servaasviering van het jaar 1000' downloaden.
auteur
Régis de La Haye