Deze archiefsprokkel gaat over één van de bekendste Limburgse humoristen, conferenciers, theatermakers of platweg grappenmakers. Hij stond meer dan 50 jaar op de bühne en werd tegen het eind van zijn leven bijna ieder jaar wel weer opnieuw gehuldigd. Dit is het (incomplete) verhaal van Sjo Smeets, een markant man.
Joseph Smeets werd op maandag 28 juni 1875 in Maastricht geboren als zoon van Martinus Johannes Smeets (1842-1903) en Agnes Janssen (1846-1919). Het gezin woonde eerst aan de Kommel, maar verhuisde toen Sjo één jaar oud was naar de Maagdendries. Eén verhaal dat Sjo vaker vertelde was dat hij een tweelingbroer had. Zijn broertje en hijzelf leken echter zoveel op elkaar dat de een een rood strikje omkreeg en de ander een blauw. Toen ze een keer samen in bad zaten – zonder strikjes – is een van hen verdronken, “en ze weite noe nog neet, of ieg ´t gewees bin of me broor!”
De Sphinx
Toen Sjo 12 jaar oud was is hij aan de slag gegaan bij de Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken Petrus Regout & Co. Eerder mocht hij nog niet aan de slag vanwege het in 1874 aangenomen Kinderwetje van Van Houten. Hij kwam toen vers van ‘de tussenschool’: een school die niet voor de rijken, maar ook niet voor de armen was. In zijn periode bij Regout werd de bedrijfstoneelvereniging ‘de Sphinx’ opgericht. Deze toneelvereniging zou in 1899 in de vorm van de Sphinx-zaal ook een eigen theaterzaal krijgen. Deze liet Petrus Regout III op de plaats van het oude schaftlokaal van de Sphinxfabriek aan de Boschstraat 24 in Maastricht bouwen.
Natuurlijk werd Sjo Smeets lid van deze toneelvereniging. In een periode waarin er door de absentie van de televisie nog heel veel aandacht was voor toneel viel Sjo als toneelspeler al snel in de prijzen. Pas na een paar jaar begon hij ook geld te verdienen als komiek.
In de tussentijd is Sjo getrouwd met Hubertina Nijst, roepnaam Tina. Het huwelijk werd voltrokken op 20 mei 1896. Samen zouden zij - volgens de gezinskaart - maar liefst dertien kinderen krijgen.
Kastelein
Toen Sjo na twintig jaar bij de Sphinx een promotie tot ‘meester’ door de neus werd geboord had hij er letterlijk geen aarde meer aan. De reden die werd opgegeven voor het afblazen van de promotie was dat ‘een grappenmaker’ als hij geen goede meester zou kunnen zijn. Hierop begon Sjo een café, dat hij inrichtte met een inboedel die hij voor 125 gulden op de kop had getikt. Onder de inboedel bevond zich ook een ouderwetse tap, met handpomp. Het café, dat in de Barakken lag, werd “Zangerslust” genoemd.
Eén van de café's waarvan Sjo Kastelein is geweest, aan de Parkweg in Maastricht.
De opening van het café werd een doorslaand succes: voor het eerste weekend werd er door brouwerij Hustinx aan de Lenculenstraat 600 liter bier in de kelder gelegd. Om half elf op zaterdagavond was dit al op. Halsoverkop werd er diezelfde avond nog eens 200 liter gehaald bij een andere brouwerij – en deze hoeveelheid zou er dezelfde avond ook nog doorheen worden gejast. Gelukkig kon Sjo met drie van zijn broers de volgende ochtend alweer terecht bij brouwerij Hustinx voor nieuw bier. Dit was hard nodig, want er was die dag een harmonieënconcours op de Markt, en alle harmonieën hadden van Sjo een uitnodiging gekregen voor een afterparty in zijn café. In totaal zou er naar eigen zeggen dat weekend zestienhonderd liter bier (met de hand!) vertapt worden. In één keer had Sjo Smeets zijn plaats tussen de kasteleins van Maastricht verdiend.
De Eerste Wereldoorlog
In 1912 trok het gezin Smeets naar Maaseik waar hij hoofdexplicateur werd van een bioscoop. Een explicateur was iemand die in het tijdperk van de stomme film in de bioscoop de vertoonde beelden voorzag van commentaar en geluidseffecten. Hij was speciaal geselecteerd om het Franse commentaar dat de bioscoop aangeleverd kreeg om te zetten voor het Vlaamse publiek.
Echter, toen in 1914 de Duitsers (een groot deel van) België bezetten werd de bioscoop gevorderd om als wapenarsenaal te dienen. Te midden van een grote stroom vluchtelingen kwam Sjo met zijn gezin terug naar Maastricht. Hij is in de periode hierna uitbater geweest van een aantal cafés, te weten Café Sport aan de Markt, Café Paviljoen in Sint Pieter en later Café Charlemagne aan het Onze-Lieve-Vrouweplein.
Daarnaast trad Sjo tijdens de Eerste Wereldoorlog door heel Nederland op voor gemobiliseerde militairen. Zo had hij een optreden op het pantserschip HMS De Zeven Provinciën, maar stond hij ook langs de hele Waterlinie op de bühne. Ook tijdens het interbellum bleef hij naast het kasteleinschap optreden.
De Tweede Wereldoorlog
Twee dagen nadat de Duitsers in 1940 Nederland binnenvielen sloeg voor het gezin Smeets het noodlot toe. Op 11 mei werd Café Charlemagne, waarvan Sjo destijds de uitbater was, getroffen door een vliegtuigbom. Deze bom was afkomstig van Engelse bommenwerpers, die als doel hadden de schipbruggen te vernietigen die de Duitsers inmiddels hadden aangelegd. Bij dit bombardement kwam Tina Nijst om het leven. Hierover zei Louis Dassen, hoofd van de toenmalige schuilkelderdienst, later: “Haar dood had een schokeffect. Het was een confrontatie die iedereen in zekere zin op zichzelf betrok. Het was als het ware een signaal rechtstreeks aan de inwoners van de stad zelf om […] eigen activiteiten te gaan ontwikkelen en mogelijkheden te zoeken tot een grotere bescherming tegen gevaar vanuit de lucht.” Hubertina Nijst werd begraven op de begraafplaats Tongerseweg.
Café Charlemagne na het bombardement in 1940.
Ondanks deze verschrikkelijke gebeurtenis en het feit dat Nederland nog steeds bezet was werd Sjo in 1942 gehuldigd vanwege zijn 40-jarig jubileum als kleinkunstenaar. Hierbij werd hij overladen door felicitaties, geschenken, bloemen en ovaties.
Latere jaren
Na de oorlog ging Sjo het rustiger aan doen, al bleef hij wel nog optreden en werd hij gezien als de beschermheer van de Maastrichtse of zelfs Limburgse kleinkunst. Dit blijkt ook wel uit aantal keren dat zijn persoon gehuldigd werd. Na 1942 volgden nog huldigingen in 1950 (75 jaar oud), 1952 (50-jarig jubileum) en 1955 (80 jaar oud). Deze laatste huldiging vond plaats in Valkenburg, waar hij bij aankomst op het station werd opgewacht door een harmonie, een koets en enkele honderden toeschouwers.
De huldiging van Sjo Smeets in 1952.
In een van de latere interviews die met hem zijn afgenomen vertelde Sjo een verhaal dat hem zo kenmerkt. Aan het begin van zijn carrière was hij eens gevraagd om voor een drama getiteld ‘De intocht in Jeruzalem’ zichzelf in een olifantenpak te hijsen. Sjo zou hiervoor het achterstuk van het pak dragen, het voorstuk werd gedragen door een brouwersknecht. Echter, de brouwersknecht had vlak voor de voorstelling een goed glas bier gedronken tegen de zenuwen. Dit glas bier is hem waarschijnlijk niet goed bekomen, want “nauwelijks had de olifant tijdens de voorstelling het midden van het toneel bereikt, of deze man liet een afschuwelijk geluid los. De volgende seconde hing onder de olifantshuid een zeer onsmakelijke lucht.” Juist, precies daar waar Sjo met zijn gezicht hing. Hierop heeft hij een speld uit zijn jas gehaald en deze “met kracht in het vlezige gedeelte onder de rug van de brouwersknecht” geduwd. Hierop vloog de olifant uit elkaar naar beide hoeken van het toneel. Het drama was in één keer veranderd in een komedie.
De humorist Sjo Smeets overleed op 21 februari 1960 in Maastricht, 84 jaar oud.
Pie de Bökkem en Sjo Smeets tijdens een ouderenzitting in de Klevarie in 1954 of 1955.
Onderzoek & verhaal: Job Nijssen
Bronnenlijst:
-
Gezinskaart Martinus Smeets: Burgerlijke Stand in Limburg: Maastricht, 1796-1942, (toegangsnummer 12.059, inventarisnummer 52, aktenummer 538).
-
Gezinskaart Josef Smeets: Bevolkingsregisters Maastricht, 1850-1920, (toegangsnummer 20.096A, inventarisnummer 228, aktenummer 140).
-
Limburger Koerier, 24 april 1942
-
Limburgsch Dagblad, 28 juni 1950
-
Limburgsch Dagblad, 3 juli 1950
-
Limburgsch Dagblad, 2 mei 1952
-
Limburgsch Dagblad, 1 juli 1952
-
Limburgsch Dagblad, 21 juni 1955
-
Louis Dassen, “De Schuilkelderdienst”, Om de Vesting (4)3, 1989. Zie ook: (http://schuileninmaastricht.com/wp-content/uploads/2019/02/Schuilkelderdienst.pdf)
Afbeeldingen:
- Café aan de parkweg: RHCL Beeldbank, Fotocollectie GAM, nr. 1957.
- Café Charlemagne: RHCL Beeldbank, Fotocollectie GAM, nr. 30522.
- De huldiging: RHCL Beeldbank, Fotocollectie GAM, nr. 18333.
- In de Klevarie: Archief Burgerlijke Instellingen van Weldadigheid te Maastricht, 1798-1964.