Dr. Frans Emanuel Fouquet werd geboren in Roermond op 25 december 1822 en overleed in Maastricht op 17 februari 1908. Hij was gehuwd met Maria Bongaerts, geboren eveneens te Roermond op 22 januari 1827 en overleden op 16 november 1893. Op 5 november 1853 vestigt Fouquet zich vanuit Echt in Maastricht. Hij gaat wonen in de Lenculenstraat. Later verhuist het gezin naar het huis aan de Bredestraat 5.
tussen Bassin en Grote Gracht
Als medicus was Fouquet bevoegd in de geneeskunde, de heelkunde en de verloskunde. Gedurende vijfentwintig jaar was hij “armendokter” in een gedeelte van de stad tussen het Bassin en de Kleine Gracht waar uitsluitend arbeiders woonden. Door de heersende armoede konden zij normaal de dokterskosten niet betalen en vielen zij bijna allemaal onder de geneeskundige armenzorg. Deze patiënten waren het ook die bij epidemieën altijd het eerst en het zwaarst getroffen werden. Bijvoorbeeld bij de cholera-epidemie van 1866 / 1867, toen alleen al in de Raamstraat 150 slachtoffers te betreuren waren. Tussen 1860 en 1872 was Fouquet bovendien “fondsarts” voor de glasslijpers die werkzaam waren bij de fabrieken van Regout. Aangezien voor deze groep arbeiders een apart ziekenfonds bestond hadden zij aanspraak op gratis geneeskundige behandeling. Als armendokter heeft dr. Fouquet zich bijzonder verdienstelijk gemaakt.
Bekend is Fouquet ook gebleven door de verklaringen die hij aflegde voor de enquêtecommissie die bezig was met een landelijk onderzoek naar de werking en uitbreiding van de “Kinderwet” van 1874 en naar de arbeidsomstandigheden in fabrieken en werkplaatsen. Bij zijn verhoor op 18 januari 1887 kon hij putten uit zijn ruime ervaring als armendokter en fondsarts. Hij wees daarbij onder andere op de wenselijkheid de leerplicht uit te breiden en de arbeiders meer en beter vakonderwijs te geven omdat volgens hem de Maastrichtse arbeider nog minder ontwikkeld was dan elders (lees: Luik). Hij kon over deze materie met verstand van zaken oordelen omdat hij sinds zijn lidmaatschap van de gemeenteraad van Maastricht in 1881 zitting had in de “schoolcommissie”, die met de zorg van onderwijs was belast. Uit de verklaringen van dr. Fouquet spreekt een liberale mentaliteit, hetgeen hem er echter niet van weerhield te pleiten voor sociale maatregelen zoals een arbeidersziekenfonds en ouderdomsverzekering, voor verbetering van de arbeidsomstandigheden, voor meer veiligheidsmaatregelen in de fabrieken en op werkplaatsen, voor de bouw van arbeiderswoningen, het voorkomen van woekerhuren, enz. Zijn sociale instelling was kennelijk ingegeven door wat hij tijdens zijn langdurige dokterspraktijk zelf had beleefd en ervaren.
pleitbezorgers volkshygiëne
In de Maastrichtse Gemeenteraad, waarvan hij van 1881 tot 1905 lid was, toonde hij zich een warm pleitbezorger voor de volkshygiëne. In de raad en in meerdere commissies kwam hij hier aanhoudend voor op. Hij was eveneens een slagvaardige debater die goed tegen toenmalig Burgemeester Pijls was opgewassen. Ook zijn mederaadsleden kon hij meermalen overtuigen. In 1905 keerde hij na de verkiezingen in verband met zijn hoge leeftijd niet meer terug in de raad en trok hij zich terug uit het openbare leven.
auteur
Jo Boetsen