Petrus Alexander Batta werd geboren op 9 juli 1816 in de Wolfstraat 3 in Maastricht, als zoon van cellist en zangleraar Pierre Jaques Batta en Isabella Laguesse. Naast Petrus Alexander krijgt het gezin Batta nog twee zonen: Jean Laurent en Joseph. Alle drie krijgen ze de muzikale gave van hun vader mee: Jean Laurent wordt pianist en Joseph wordt violist. Al op jonge leeftijd verlaten zij Maastricht en bouwen zij (voornamelijk in Frankrijk) een muzikale carrière op. Slechts twee maal treden zij samen op in Maastricht en wel in 1929 en 1930.
virtuoos
De recensie over dit laatste optreden was zeer lovend: er wordt geschreven over de vastheid en behendigheid van de virtuoze Batta’s. Vooral de zeldzaam precieze uitvoering van een van de moeilijkste concerto’s van Romberg door de jonge Alexander op de violoncello of cello wordt bijzonder gewaardeerd. Aanvankelijk studeert Alexander bij zijn vader, later bij de beroemde Nicolas Joseph Plattel (1777 – 1835) aan het conservatorium in Brussel. Daarna vestigt hij zich in 1835 in Parijs, waar hij al spoedig een belangrijke plaats in het muziekleven inneemt. Al spoedig verwerft hij de bijnaam “Chopin van de violoncel”. Vanuit Parijs maakt hij concertreizen door heel Europa. Hij oogst daarbij grote successen en ontvangt hoge onderscheidingen.
Hij speelt onder andere voor koning Willem II, koning Willem III, keizer Napoleon III en koning Léopold I van België. Willem III benoemde hem tot “Koninklijk Violoncellist” en tot “Commandeur van de Eikenkroon” en schonk hem een grote “gouden medaille voor kunsten”. De benoeming tot Commandeur van de Eikenkroon was heel bijzonder omdat het een door de koning persoonlijk verleende onderscheiding betrof. De Orde van de Eikenkroon werd in 1841 door Koning Willem II gesticht in zijn hoedanigheid als groothertog van Luxemburg. Als groothertog kon de koning zonder toestemming van de Nederlandse regering tot benoemingen in deze orde overgaan. Dat veranderde na de dood van Willem III en de volledige verzelfstandiging van Luxemburg in 1890: de onderscheidingen konden niet meer worden uitgereikt door het (nieuwe) Nederlandse staatshoofd, koningin Wilhelmina.
componist
Naast cellospeler was Alexander ook componist. Voor het grootste deel componeerde hij variaties op bekende thema’s uit diverse Italiaanse en Franse opera’s uit de negentiende eeuw. Enerzijds maken deze composities een grote indruk op het publiek, anderzijds laten zij soms een onbevredigende stemming achter omdat het zwaartepunt op de techniek ligt en niet op romantische vlak. In enkele gevallen kan Batta zich echter ook laten gaan en zich doen kennen als een echte romanticus met de juiste dosis sentiment en lyriek, zoals in zijn “Prière” voor zang, cello en orgel (piano). Na zijn overlijden te Versailles op 8 oktober 1902 laat Alexander Batta aan Maastricht zijn onderscheidingen na en een som geld, dat moest worden gebruikt als een fonds voor studiebeurzen voor jonge violisten en cellisten. De laatste beurs werd toegekend in 1911.
de straat
Na de slechting van de vestingmuren en stadspoorten breidt Maastricht flink uit. Mede door de ligging van het station worden er, naar Luiks voorbeeld, brede lanen met bomen aangelegd. Een van deze lanen is de huidige Alexander Battalaan. Maar deze naam kreeg de straat niet meteen. Tijdens de raadsvergadering van 8 februari 1892 klaagt raadslid Nijst erover dat de nieuwe straten nog geen naam hebben en de huizen nog geen nummers: Singelweg, Middenweg, Parallelweg en Kerkweg waren toch geen straatnamen! Op 12 mei 1892 komt de straatnaamgeving weer aan de orde maar de raadscommissie is het nog steeds niet eens over de namen. Pas in de vergadering van 14 juli 1892 worden de definitieve nieuwe straatnamen vastgesteld. Een van de nieuwe brede straten wordt Wilhelminasingel genoemd, naar de jonge, nieuwe regerende vorstin. En … er wordt een straat vernoemd naar Alexander Batta. De stad wilde op die manier hulde brengen aan de hier geboren musicus. Heel bijzonder, want Alexander Batta is de enige niet koninklijke persoon, naar wie bij leven al een straat is vernoemd.
bron
H. van Dijk, Panorama van drie eeuwen muziek in Limburg; G. Quadvlieg, Maastrichts Muziekleven; P.Ubachs en I. Evers, Historische Encyclopedie Maastricht.
auteur
Jo Boetsen