Al vanaf de Middeleeuwen zorgt de overheid voor de handhaving van de vrede en voor de uitoefening van de rechtspraak. Die overheid is nu de Nederlandse staat. Vroeger was het overheidsgezag in handen van de landsheren van de afzonderlijke gewesten en andere kleinere heren. Omdat de provincie Limburg pas in 1815 werd gevormd en haar grondgebied vóór 1796 verdeeld was onder verschillende gewesten, waren er hier naar verhouding veel rechterlijke colleges.
De rechtspraak werd vóór 1796 in eerste instantie uitgeoefend door schepenbanken. Het rechtsgebied van een schepenbank ging vaak niet verder dan het eigen dorp of stad. Een belangrijke taak was het spreken van recht in geschillen tussen partijen, de zogenaamde contentieuze rechtspraak. Vaak was een schepenbank bevoegd om te oordelen over overtredingen en misdrijven en zelfs om de doodstraf uit te spreken (hoge rechtspraak). Naast de rechtspraak in geschillen zorgden de schepenbanken ook voor de zogenaamde vrijwillige rechtspraak. Daartoe behoorde bijvoorbeeld de overdracht van onroerend goed voor de schepenen en het toezicht op het beheer van de goederen van minderjarige wezen door het benoemen en controleren van voogden. Daarnaast vormden de schepenen samen met de (grote) grondeigenaren het plaatselijk bestuur. Zij zorgden voor de inning van de grondbelasting, de gemeentelijke eigendommen, het onderhoud van wegen en waterlopen en de benoeming van de schoolmeester en vroedvrouw.
Sinds de zestiende eeuw was het mogelijk in hoger beroep te gaan voor vonnissen in burgerlijke zaken bij de toen in het leven geroepen gerechtshoven. Voor de schepenbanken van het Overkwartier van Gelder (ongeveer het huidige Midden- en Noord-Limburg) was het Hof van Gelder (1580-1794) de hogere instantie. Het Hof van Gelder Venlo (1717-1795) was dat voor de stad Venlo en het ambt Montfort. Voor uitspraken van het laaggerecht en de beide hooggerechten in Maastricht was hoger beroep mogelijk bij de zogenaamde Commissarissen-Deciseurs.
Buiten het RHC Limburg bevindt zich het archief het Hof van Justitie te Geldern (1713-1795), de beroepsinstantie voor het land van Kessel.. Dit archief ligt in het Hauptstaatsarchiv Düsseldorf. Het archief van de Staatse Raad van Brabant te Den Haag vanaf 1662 voor de Staatse gedeelten van de Landen van Overmaas berust in het Nationaal Archief in Den Haag. Voor de Spaanse gedeelten van de Landen van Overmaas was de Raad van Brabant in Brussel de beroepsinstantie, waarvan het archief in het Algemeen Rijksarchief in Brussel te vinden is.
tips
1. De archieven van de schepenbanken in de Landen van Overmaas, ongeveer het huidige Zuid-Limburg, zijn in één meerdelige inventaris beschreven. De processtukken worden beschouwd als bijlagen bij de procesrollen. De stukken zijn in chronologische volgorde geplaatst, na de procesrollen. De afzonderlijke procesdossiers zijn niet gereconstrueerd. U moet dus zelf uit de pakken processtukken de stukken van een bepaald proces opsporen en met elkaar in verband brengen.
2. De archieven van de schepenbanken in Midden- en Noord-Limburg zijn - elk afzonderlijk - in een inventaris beschreven. Processtukken worden daarin ook als bijlagen bij de procesrollen beschouwd, maar hier werden de afzonderlijke procesdossiers gereconstrueerd. Deze dossiers zijn toegankelijk door middel van een bijlage bij de inventaris. De bijlage bevat een lijst van procesdossiers, met vermelding van de namen van de partijen en het onderwerp van het proces. Via een naamindex is deze lijst van processen ook weer te doorzoeken.
3. De processtukken zijn in het Nederlands geschreven. Het schrift van de achttiende eeuw is ook voor een beginnende onderzoeker nog wel te lezen. Vaak bevatten processtukken Latijnse citaten. Sla die gerust over. Zij maken indruk door het etaleren van geleerdheid, maar zijn niet nodig om de argumentatie en de procedure te kunnen volgen.
4. Het vonnis zit niet in de procesdossiers. Dat is te vinden in de gerechtsprotocollen of in aparte vonnisregisters. De vonnissen hebben overigens iets onbevredigends, omdat de motivatie ontbreekt. De rechtbank legt niet uit, waarom zij tot het oordeel is gekomen en één van de partijen in het gelijk heeft gesteld.
5. In geval van de vaak voorkomende onvolledigheid van de procesdossiers kan bij onderzoek in het archief van de schepenbanken de gerechtsrol uitkomst bieden. De gerechtsrol bevat de zittingen van de schepenbank. Per zitting wordt een verslag gemaakt van de proceshandelingen die door de partijen worden verricht. Zodoende kan men in de gerechtsrol het verloop van het proces volgen. Het vonnis bevindt zich, zoals gerzegd ook in de gerechtsrol.
6. Bij onderzoek in het archief van bijvoorbeeld het Hof van Gelder te Roermond of Venlo is het volgen van het procesverloop buiten het procesdossier om iets gecompliceerder. Er is niet één gerechtsrol maar er zijn er drie. Hertgemene rollenboek dient voor processen in eerste aanleg, het fiscale rollenboek dient voor processen die door de officier van justitie (de momboir) worden aangespannen, en het derde, het revisierollenboek dient voor zaken in hoger beroep van de schepenbanken. In de rollenboeken staan de zittingen van het Hof geregistreerd met de proceshandelingen die door de partijen zijn verricht. Verzoekschriften (rekesten) van partijen, bij voorbeeld tot uitstel van het indienen van stukken, staan met de daarop verleende beschikking in een ander register, in het zogenaamde gemeen apostillenboek, een chronologisch register van beschikkingen op rekesten. Het vonnis tenslotte staat in fraai geschreven vonnisregisters.
Delen
Made by zuiderlicht