In 1842 werd in Limburg het kadaster ingevoerd. Sindsdien heeft elk bebouwd of onbebouwd stuk grond een uniek perceelsnummer. Het kadaster werd ingevoerd om een rechtvaardige heffing van de grondbelasting mogelijk te maken. De kadastrale registratie gaf bovendien rechtszekerheid omtrent het eigendom en eventuele beperkte zakelijke rechten, zoals het recht van overpad. Met behulp van het kadaster is het mogelijk niet alleen voor huizen, maar ook voor elk onbebouwd perceel de eigendomswisselingen na te gaan.
De archieven van het kadaster zijn niet compleet bij het RHCL aanwezig. De jongste kadastrale registers zijn die van 1988. Gegevens van na 1988 zijn alleen verkrijgbaar bij de dienst van het Kadaster en Openbare Registers (KADOR) in Roermond. Meer informatie vindt u op de website het Kadaster.
Het onderzoek in de archieven begint met het perceelsnummer van het huis. Zorg dat u beschikt over een recent kadastraal perceelsnummer van vóór 1988. U kunt het perceelsnummer terugvinden in de notariële akte van overdracht. De tekst van de notariële akte is bij het kadaster ook overgeschreven in de zogenaamde openbare registers.
Zoek het perceelnummer op in het “perceelsregister”. Dat is het zogenaamde “register 71”. Begin het onderzoek in het jongste deel. Dit register bevat in oplopende volgorde alle perceelsnummers en verwijst naar een ander nummer, te weten dat van een “artikel in de kadastrale legger”, waarmee de eigenaar van een of meerdere percelen wordt bedoeld.
Ga vervolgens naar de kadastrale legger. Dat is het “register 84”. Ook hier moet u altijd beginnen met de jongste reeks. Onder het betreffende nummer van het artikel staat de eigenaar van alle daar opgesomde percelen. Per perceel is aangegeven uit welk artikel het afkomstig is en naar welk artikel het perceel is overgegaan. Met andere woorden: die verwijzing slaat op de vorige en de volgende eigenaar. In een kolom wordt bij een eigendomswisseling verwezen naar een register waarin de akte is overgeschreven. De registers vanaf 1842 liggen nog steeds bij het KADOR in Roermond en zijn dus niet in onze studiezaal in te zien.
Eigendomswisselingen worden ook kenbaar gemaakt door een jaartal: het zogenaamde dienstjaar. Let op: dit jaar is altijd een jaar later dan dat van de werkelijke overdacht. Heeft u de naam van de eigenaar gevonden, dan kunt u door de verwijzing naar een ander (lager) artikelnummer bij de vroegere eigenaar komen. U kunt ook gebruik maken van aparte naamlijsten per plaats over de jaren 1864-1929, het zogenaamde “register 85”.
Als u zo terugwerkt in de tijd, bereikt u vanzelf het jaar 1842. Uit dat jaar dateren de minuutplans, de officiële kadastrale overzichtskaarten en sectiekaarten van elke gemeente. Alle percelen dragen een sectienummer. De percelen zijn in oplopende volgorde opgenomen in de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel (OAT), die achter elk perceel de naam van de eigenaar en onder andere de hoedanigheid als huis, bouwland, heide, etc. weergeeft. Minuutplans en OAT’s zijn in onze studiezaal op microfiches te raadplegen. Wanneer het gezochte huis in 1842 op dezelfde plaats lag als nu het geval is, dan kunt u ook in 1842 beginnen. U neemt het eerste deel van ‘register 71’ en de eerste kadastrale legger, ‘register 84’ en werkt verder naar het heden toe.
Delen
Made by zuiderlicht