U koopt een historisch pand. De bouwdatum staat op de gevel: 1706. Wie gaf drie eeuwen geleden de opdracht tot de bouw? Wie ging er wonen? En wie waren de latere bewoners? Bleef het huis lange tijd in de familie of ging het over naar steeds weer nieuwe bewoners? Vragen waar mogelijk een antwoord op te vinden is. Want in Limburg werden al vanaf 1450 rechtshandelingen betreffende onroerend goed geregistreerd. Het eerst gebeurde dat in de steden. Later ook op het platteland. Transacties van huizen leveren dus archiefstukken op. Daarin is de geschiedenis van een huis tot in de zeventiende of achttiende eeuw na te zoeken. En heeft u geluk, dan lukt dat soms tot in de (late) middeleeuwen.
In 1796 werden de schepenbanken door het Franse revolutionaire bestuur opgeheven en vervangen door nieuwe rechtscolleges. Dit waren de voorgangers van de huidige kantongerechten en rechtbanken. Anders dan voorheen hadden de nieuwe rechters geen taak meer bij de eigendomsovergang van onroerend goed. Na de invoering van de nieuwe rechterlijke instellingen vond de eigendomsoverdracht van onroerend goed voortaan plaats voor een notaris. Daarna werd de akte van overdracht in de registers van de hypotheekbewaarder geregistreerd. Vóór 1796 bestonden er vele schepenbanken en dus vele registrerende instanties in Limburg. Na 1799 zijn dat er nog maar twee: de hypotheekbewaarders van de arrondissementen Maastricht en Roermond. Wel zo gemakkelijk.
De OAT van 1842 vormt het uitgangspunt voor verder onderzoek in het verleden. Zonder naam van de eigenaar van het huis in 1842 is het onderzoek bijna onbegonnen werk. Voor de periode 1799-1842 moet u gebruik maken van de registers van de hypotheekbewaarder. Zoek in de veeldelige “Alfabetische Tafel” de familienaam. Deze index op eerste letters van de achternaam verwijst naar een deel (nummer) van het “Repertorium van hypothecaire formaliteiten” en naar een nummer in dit deel.
In het Repertorium van hypothecaire formaliteiten is voor iedere eigenaar een halve dubbele bladzijde gereserveerd. Aan de linkerkant zijn aan- en verkopen vermeld, aan de rechterkant de aangegane hypotheken.
Bij elke aan- en verkoop wordt verwezen naar een deel van het “Régistre de transcription des actes de mutation” of “Register van overschrijving” en naar een nummer in dit deel. Let op dit is niet een paginanummer! In dit register is de akte van aan- of verkoop overgeschreven, zodat u de notariële akte niet meer hoeft te zoeken.
Bij elke hypotheekverstrekking wordt verwezen naar een deel van het “Régistre d’inscription des droits d‘hypothèques” en naar een nummer in dit deel (ook weer niet een paginanummer)! In dit register is de hypothecaire akte ingeschreven, zodat u de notariële akte niet meer hoeft te zoeken. De gevonden notariële akte levert u de vroegere eigenaar op. Zoek hem met behulp van de “Alfabetische Tafel” weer op in het “Repertorium van hypothecaire formaliteiten”.
Houdt u er tot slot rekening mee dat eigendomsovergang door vererving niet in deze registers is vastgelegd. Voor het bepalen van de omvang van de nalatenschap en het aantal erfgenamen, kunt u de memories van successie raadplegen. Deze zijn vanaf 1817 bewaard gebleven en via naamindices goed toegankelijk.
Laatste tip: neem een Frans-Nederlands woordenboek mee. De teksten tussen 1799 en circa 1823 zijn namelijk allemaal in het Frans geschreven.
Delen
Made by zuiderlicht